WANDELINGEN OP ZORGVLIED

 

Overal zie je ze; in bus, tram, metro, op terrassen en wandelend over straat: mensen gefocust op hun mobiele telefoons. Liefst ook nog met ‘oortjes’ in, zodat de gebruikers van die apparaten geheel van de buitenwereld zijn afgesloten. Men kijkt niet op of om, als of de wereld zich afspeelt op die kleine ‘glaasjes’. Met de werkelijke omgeving lijkt men niets te maken te hebben. Een heel ander straatbeeld dan in mijn jongere jaren.
Het deed me denken aan de parabel over de barmhartige Samaritaan.
Als iemand aan Jezus vraagt: Wie is mijn naaste?, vertelt Jezus hem het verhaal van de zwaargewonde man langs de weg. Er passeren hem een priester en een Leviet die de man wel even zien, maar onmiddellijk hun weg vervolgen, verdiept in zichzelf. Als de huidige techniek toen zou hebben bestaan, zouden ze met oortjes in en een smartphone in de hand de gewonde man zijn voorbij gelopen. Geen aandacht voor wat er zich in werkelijkheid afspeelt.
Op Zorgvlied is dat anders. Daar liggen de vele doden stil naast elkaar, maar ze krijgen volop aandacht van hun nabestaanden, wordt hun graf verzorgd en wordt stilgestaan bij de vele herinneringen aan hen tijdens hun leven.
Geen vluchtige berichtjes, maar verdieping in wie de ander was; beelden uit die tijd doemen op, zonder uitgesproken woorden in gesprek met de overledene.
Ik herinner me uit de tijd vóór de huidige dat mensen elkaar op straat aanspraken, lekker kletsten of zorgelijke gespreken voerden over hun leefsituatie. Dat je vrijwel geen vuilnis op straat vond en dat mensen hun stoep geregeld aanveegden. Als ik de straatgoot voor mijn deur af en toe aanveeg – de Gemeente doet werkelijk niets aan het schoonhouden van de straten – lopen de I-phoners soms dwars door het vuil heen dat ik zojuist heb verzameld.
Er is geen aandacht meer voor onze leefomgeving. De perken liggen vol afval, het grofvuil wordt consequent rond de afvalcontainers geplaatst, zodat de mensen die de containers komen legen eerst al dat vuil terzijde moeten schuiven.
Dit is niet een beeld van een samenleving waarin men op elkaar betrokken is, de goeden niet te na gesproken. Het is het beeld van deze tijd, van individualisme, van ‘de hele wereld is van mij en ik heb met niemand wat te maken’. Wie is mijn naaste? Dat blijft de grote vraag in deze tijd.

Rob de Groot