MENS IN NOOD, LANGS MIJN WEG…!?
Lees eerst: Lucas 10, 25-37
Een gewonde man ligt langs de weg. Hij is aangevallen. Verschillende personen passeren hem, maar ze lopen voorbij, zij houden geen halt. Het zijn mensen met belangrijke functies in de maatschappij, religieuze mensen misschien, maar in een samenleving die de liefde voor het algemeen welzijn mist. Zij zijn niet in staat enkele minuten te verliezen om de gewonde bij te staan of minstens hulp te zoeken.
Eén houdt halt. Hij is de ander nabij. Hij verzorgt hem met zijn eigen handen; hij betaalt uit eigen zak en ontfermt zich over hem. Hij geeft vooral iets waar wij in deze jachtige wereld zo op bezuinigen: hij geeft hem zijn tijd, vraagt niet eerst naar papieren… Hij had zeker zijn eigen plannen om die dag naar eigen verplichtingen of verlangens te gebruiken. Maar hij zet alles opzij voor die gewonde. Hij kent hem niet, maar acht hem waardig om de gave van zijn tijd te ontvangen.
Met wie identificeer jij jezelf? Een harde vraag, direct en beslissend. Op wie van de drie lijk jij? Wij moeten de verleiding die ons omringt, onderkennen dat wij ons niet interesseren voor de ander, vooral de armsten. Laten wij eerlijk zijn, we zijn in veel opzichten gegroeid, maar wij zijn analfabeten in het begeleiden, verzorgen en het ondersteunen van de meest broze mensen en de zwaksten in onze ontwikkelde maatschappij. Wij zijn eraan gewend geraakt de blik af te wenden, om hen heen te gaan, de situaties te negeren, zo lang die ons niet direct raken.
Zijn we allemaal niet erg gefocust op onze eigen behoeften, irriteert het iemand te zien lijden, stoort het ons bovendien, omdat wij geen tijd willen verliezen vanwege andermans problemen? Dat zijn symptomen van een zieke maatschappij, omdat zij erop gericht is zichzelf op te bouwen door het verdriet de rug toe te keren. Het is beter niet tot deze ellende te vervallen. Laten wij kijken naar het model van de barmhartige Samaritaan. Het is een verhaal dat ons uitnodigt onze roeping als burgers van ons land en van heel de wereld, bouwers van een nieuwe sociale band nieuw leven in te blazen. Het is een steeds nieuwe oproep tot de fundamentele wet van ons wezen: dat de maatschappij gericht moet zijn op het nastreven van het algemeen welzijn en, vanuit dit doel, steeds opnieuw moet bouwen aan haar politieke en maatschappelijke orde, haar structuur van relaties, haar menselijk project.
De barmhartige Samaritaan laat zien dat “het bestaan van ieder van ons verbonden is met dat van anderen: het leven is geen tijd die voorbijgaat, maar een tijd van ontmoeting”. Deze parabel is een verhelderend beeld, dat de aandacht kan vestigen op de fundamentele keuze om onze wereld opnieuw op te bouwen. Ten overstaan van zo’n groot verdriet, zoveel wonden is de enige uitweg dat wij als de barmhartige Samaritaan zijn. Iedere andere keuze leidt of naar de kant van de rovers of naar die van degenen die voorbijgaan zonder medelijden te hebben met het verdriet van de gewonde man langs de weg. De parabel laat ons zien hoe men een gemeenschap kan vernieuwen, uitgaande van mannen en vrouwen die zich identificeren met de broosheid van anderen, die het niet toelaten een maatschappij van uitsluiting op te bouwen, maar naaste worden en de gevallen mens weer oprichten en rehabiliteren, opdat het welzijn gemeenschappelijk is. Tegelijkertijd waarschuwt de parabel ons voor bepaalde houdingen van mensen die alleen maar naar zichzelf kijken en zich niet belasten met de onvermijdelijke behoeften van de menselijke realiteit. Het verhaal laat geen onderricht van abstracte idealen voorbijkomen, noch beperkt het zich tot een ethisch sociale moraal. Het openbaart ons een essentiële karaktertrek van het menselijk wezen, die zo vaak wordt vergeten: wij zijn gemaakt voor de volheid die men alleen in de liefde bereikt. Onverschillig leven tegenover verdriet is geen mogelijke optie; wij mogen het niet toelaten dat iemand “aan de randen van het leven” blijft. Dat moet ons zo verontwaardigd maken dat wij onze kalmte verliezen om door het menselijk lijden van streek te raken. Dat is waardigheid. Een geschiedenis die zich herhaalt.
Dicht op de huid
Het Lukasverhaal is eenvoudig maar bevat heel de dynamiek van de innerlijke strijd die plaatsvindt bij de ontwikkeling van onze identiteit, in ieder bestaan op weg naar het realiseren van menselijke broederschap. Wanneer wij eenmaal op weg zijn gegaan, komen wij onvermijdelijk de gewonde mens tegen. Er zijn tegenwoordig almaar meer gewonden. De in- of uitsluiting van wie langs de weg lijdt, bepaalt alle economische, politieke, maatschappelijke en religieuze projecten. Iedere dag staan wij voor de keuze barmhartige Samaritanen te zijn of onverschillige reizigers die op afstand voorbijgaan. En als wij de blik uitstrekken naar het geheel van onze geschiedenis en van de wereld, zijn wij allen als deze personen: wij allen hebben iets van de gewonde man, iets van de rovers, iets van degenen die op afstand voorbijgaan of iets van de barmhartige Samaritaan.
Het is interessant te zien hoe de verschillen tussen de personen van het verhaal volledig veranderd worden bij de confrontatie met de trieste verschijning van de gevallen, vernederde man. Er is geen onderscheid meer tussen een bewoner van Judea en een bewoner van Galilea, er is geen priester of handelaar; er zijn eenvoudigweg twee typen personen: degenen die zich belasten met het verdriet, en degenen die op afstand voorbijgaan; degenen die zich vooroverbuigen en de gevallen man herkennen, en degenen die de blik afwenden en hun pas versnellen. Dit is het uur van de waarheid. Zullen wij zullen ons vooroverbuigen om de wonden van de ander aan te raken en te verzorgen? Zullen wij ons vooroverbuigen om elkaar op de schouders te nemen? Dat is de huidige uitdaging, waarvoor wij niet bang moeten zijn. Op ogenblikken van crisis wordt de keuze urgent: de geschiedenis van de barmhartige Samaritaan herhaalt zich: het blijkt steeds duidelijker dat maatschappelijke en politieke onverschilligheid veel plaatsen op de wereld tot verlaten wegen maakt waar interne en internationale discussies en het plunderen van mogelijkheden zeer veel gemarginaliseerden aan de rand van de weg laten liggen….
In zijn parabel laat Jezus zijn vertrouwen zien. Hij heeft vertrouwen in het beste deel van de menselijke geest en met de parabel bemoedigt hij ons om in te stemmen met de liefde, met de barmhartigheid.
Uit: Fratelli Tutti, encycliek van † paus Franciscus, okt. 2020.