PELGRIMS VAN HOOP: DE GAVE VAN JE LEVEN

Op 11 mei l.l. was het voor de 62ste keer wereldgebedsdag voor Roepingen. Voor die dag had paus Franciscus kort tevoren op 19 maart nog een persoonlijke boodschap gegeven vanuit het ziekenhuis. Hieronder de tekst. Motto is: Pelgrims van hoop: de gave van je leven.

Het is voor ons een vreugdevolle en bemoedigende uitnodiging om pelgrims van hoop te zijn door ons leven edelmoedig te geven. Roeping is een kostbare gave die God zaait in ons hart, een oproep om te kiezen voor een weg van liefde en dienstbaarheid. En iedere roeping in de Kerk – of die nu die van een leek of die tot het gewijde ambt of het religieuze leven is – is een teken van de hoop die God koestert voor de wereld en voor elk van zijn kinderen.

In onze tijd voelen veel jongeren zich verloren ten opzichte van de toekomst. Vaak zitten zij in onzekerheid over een baan, ze zitten dieper in een identiteitscrisis, een crisis van zin en waarden. Ze kunnen moeilijk met de digitale verwarring omgaan. Het onrecht ten opzichte van de zwakken en de armen, de onverschilligheid van een egoïstisch welzijn, het geweld van de oorlog bedreigen hun  plannen voor een goed leven.

En toch laat de Heer, die het hart van mensen kent, ons niet in onzekerheid achter. Integendeel, Hij wil dat we weten dat we bemind, geroepen en gezonden zijn als pelgrims van hoop. Daarom worden wij, volwassen leden van de Kerk, aangespoord om nieuwe generaties te aanvaarden en te begeleiden. Jonge mensen zijn geroepen om de medehoofdrolspelers te zijn met de Heilige Geest, die in ons het verlangen wekt om van het leven een gave van liefde te maken.

Jongeren zijn hetnu van God

Wij allemaal dienen te beseffen dat de gave van het leven een edelmoedig en trouw antwoord vereist. Hij noemt een aantal jonge heiligen die hun roeping hebben beleefd als een weg naar het ware geluk in relatie met de levende Heer. Wanneer wij naar zijn woord luisteren, brandt ons hart en voelen wij het verlangen om aan God ons leven toe te wijden! Dan willen wij ontdekken hoe wij de liefde die Hij het eerst aan ons schenkt, kunnen teruggeven. Iedere roeping, die in de diepte van het hart wordt ervaren, laat een antwoord ontkiemen als een stimulans tot liefde en dienstbaarheid, en niet als een zoeken naar zelfbevestiging.

Roeping en hoop vervlechten zich dus in het goddelijk plan voor de vreugde van iedere man en iedere vrouw, die allen persoonlijk geroepen zijn om hun leven aan te bieden voor de ander.

De jongeren die proberen te ontdekken waartoe God hen roept, herkennen soms de roeping tot het priesterschap of het religieuze leven; anderen ontdekken de roeping tot het huwelijk en het gezinsleven, evenals de inzet voor het gemeenschappelijk welzijn en het geloofsgetuigenis onder collega’s en vrienden.

Iedere roeping wordt bezield door de hoop, die zich vertaalt in vertrouwen op de Voorzienigheid. Voor een christen is hopen veel meer dan simpel menselijk optimisme: het is een zekerheid die wortelt in het geloof in God, die werkt in het leven van ieder mens. En zo rijpt de roeping door de dagelijkse trouwe inzet voor het evangelie, in het gebed, in de dienstbaarheid.

De hoop in God stelt nooit teleur, omdat Hij iedere stap begeleidt van wie zich aan Hem toevertrouwt. De wereld heeft behoefte aan pelgrims van hoop, die moedig hun eigen leven wijden aan Christus, vol vreugde omdat zij zijn leerlingen-missionarissen zijn.

De ontdekking van de eigen roeping geschiedt door een weg van onderscheiding. Dit traject is nooit eenzaam, maar ontwikkelt zich binnen en samen met de christelijke gemeenschap.

De wereld zet ertoe aan om haastige keuzes te maken, de dagen te vullen met lawaai en verhindert zo om stilte te ervaren die openstaat voor God, die tot het hart spreekt. Heb de moed om stil te staan, te luisteren en God te vragen waartoe Hij ons roept.  De stilte van het gebed is onontbeerlijk om de roep van God te horen en om een vrij en bewust antwoord te geven. De inkeer tot onszelf maakt het mogelijk te begrijpen dat wij allen pelgrims van hoop kunnen zijn, als wij van ons leven een gave maken, vooral in dienst van hen die in armoede leven of aan de randen van de samenleving. Wie luistert naar God die roept, kan niet de kreet van zoveel broeders en zusters negeren die zich in de steek gelaten voelen. Iedere roeping doet ons ervoor openstaan om daar waar behoefte is aan licht en troost, een vertegenwoordiging van Christus te zijn.

In het bijzonder zijn lekengelovigen geroepen om “zout, licht en desem” van het Rijk God te zijn door hun inzet op maatschappelijk gebied. Laten met dat perspectief degenen die werkzaam zijn in de pastoraal en vooral de geestelijke begeleiders, niet bang zijn om de jongeren te begeleiden met een hoopvol en geduldig vertrouwen in de Gods pedagogie. Het gaat erom voor hen mensen te zijn die kunnen luisteren en zich met respect om hen bekommeren als wijze gidsen, bereid om hen te helpen en die letten op de tekens van God op hun levensweg.

Daarom spoor ik ertoe aan om de zorg voor de christelijke roeping te bevorderen en ervoor te zorgen dat iedereen geestelijk openstaat voor de stem van God. De Kerk heeft behoefte aan herders, religieuzen, missionarissen, echtgenoten, leken, die met vertrouwen en hoop “ja” kunnen zeggen tegen de Heer. Roeping groeit en wordt versterkt in de gemeenschap die gelooft, liefheeft en hoopt. En wij allen hebben het gebed en de steun van onze broeders en zusters nodig. De Kerk is levend en vruchtbaar wanneer zij nieuwe roepingen voortbrengt. En de wereld zoekt vaak onbewust getuigen van hoop die met hun leven verkondigen dat Christus volgen een bron van vreugde is. Laten wij daarom niet moe worden om aan de Heer nieuwe arbeiders voor zijn oogst te vragen, in de zekerheid dat Hij met liefde blijft roepen. Daarom: vertrouw je toe aan de voorspraak van Maria, Moeder van de Kerk en de roepingen. Ga altijd als pelgrims van de hoop de weg van het evangelie! Ik begeleid jullie met mijn zegen en vraag jullie alsjeblieft voor mij te bidden.

Rome, Polikliniek Gemelli, 19 maart 2025.

FRANCISCUS