Informatie  Vieren  Zorg  Leren  Onderweg  Financiën  Plein v. Siena  Links

 

Boodschap van Paus Franciscus voo de Veertigdagentijd 2019

"OOK DE SCHEPPING VERLANGT VURIG NAAR DE OPENBARING VAN   GODS KINDEREN"  (Lees: Rom. 8, 18 – 30).

Beste broeders en zusters,
Jaarlijks gunt God zijn gelovigen, via de Kerk, de vreugde met een zuiver hart naar pasen toe te gaan. Wij mogen groeien in de genade die het nieuwe leven in Christus ons belooft. Wij gaan op weg naar de volheid van onze verlossing, die we dankzij de verrijzenis van Jezus al hebben ontvangen.
Dit heilsgeheim is al tijdens ons aardse leven in ons aan het werk. Het is een dynamisch proces. Het maakt deel uit van de geschiedenis en van de hele schepping. Paulus schrijft: De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. Vanuit dit perspectief geef ik enkele overwegingen mee op onze tocht van bekering in komende  Veertigdagentijd.

De verlossing van de schepping
Pasen vieren is voor ons het hoogtepunt van het liturgische jaar. Het roept ons elke keer opnieuw op om op weg te gaan en ons voor te bereiden. Wijzelf zijn bestemd om het evenbeeld te worden van Gods Zoon. Dat is een kostbaar geschenk van Gods barmhartigheid. Als wij leven als kinderen van God, geleid door de Heilige Geest en in staat om naar Gods wet te leven, dan werken we ook mee aan de bevrijding van de hele schepping. Paulus zegt dat de schepping reikhalzend uitziet naar het moment waarop openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. Met andere woorden: al wie de genade van Jezus’ paasmysterie geniet, mag die verlossing ook in zijn menselijke lichaam zelf ervaren. Als de liefde van Christus ons leven verandert naar lichaam en ziel, dan worden wij zelf een lofzang tot God. Door gebed, overweging en kunst betrekken we ook andere schepselen in die lofzang. Dat wordt prachtig vertolkt in het Zonnelied van Sint-Franciscus van Assisi.
Toch wordt die harmonie in de wereld voortdurend bedreigd door de negatieve kracht van zonde en dood.

De afbrekende kracht van de zonde
Als we niet leven als kinderen van God gedragen we ons vaak op een afbrekende manier tegenover onze naasten, de andere schepselen en ook tegenover onszelf. We denken dan dat we hen naar eigen goeddunken kunnen gebruiken. Mateloosheid neemt dan de overhand. We gaan een leven leiden dat de grenzen van ons menselijke bestaan en van de natuur overschrijdt. We geven toe aan de ongecontroleerde verlangens van mensen, die handelen zonder te denken aan God of zonder hoop voor de toekomst. Als we niet voortdurend streven naar Pasen, de horizon van de verrijzenis, zal de mentaliteit van ‘ik wil alles en wel meteen!’ en ‘teveel is nooit genoeg’ uiteindelijk overheersen.
De oorzaak van alle kwaad is de zonde. Vanaf het begin heeft de zonde de gemeenschap met God, met de anderen en met de schepping verbroken. Daarmee wordt net zo goed verbroken onze harmonieuze relatie met het milieu waarin wij geroepen zijn te leven. De tuin is daardoor een wildernis geworden. Zonde drijft de mens ertoe zichzelf als absolute heerser van de schepping te beschouwen. Dan wordt de schepping niet gebruikt voor het doel dat de Schepper haar heeft gegeven, maar voor eigenbelang. Dit gaat ten koste van de andere schepselen.
Als iemand verzaakt aan Gods wet van de liefde, dan wint de wet van de sterkste het van de zwakste. De zonde in het mensenhart neemt de gedaante aan van hebzucht en ongeremd najagen van het eigen comfort. Dat gaat ten koste van zorg voor het welzijn van anderen en vaak van onszelf. Dat leidt tot exploitatie van schepping, mens en milieu. Dat komt door de onverzadigbare hebzucht, die elke begeerte als een recht beschouwt en die vroeg of laat alles vernietigt.

De genezende kracht van berouw en vergiffenis
De schepping heeft dringend behoefte aan de openbaring van Gods kinderen, die een nieuwe schepping geworden zijn. Paulus schrijft: Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen (2 Kor. 5, 17). Beslist: krachtens de openbaring van haar eigen zijn, kan de schepping zelf ook Pascha vieren en zich openstellen voor een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
De weg naar Pasen vraagt dat we onszelf als christenen vernieuwen door berouw, bekering en vergiffenis. Zo kunnen we de hele genade-rijkdom van het paasmysterie ten volle beleven. Dit brandende ongeduld, de verwachting van de hele schepping, zal vervuld worden in de openbaring van Gods kinderen, wanneer wij mensen resoluut zullen kiezen voor het labeur dat echte bekering met zich meebrengt. De hele schepping wordt samen met ons geroepen om bevrijd te worden uit de slavernij van de vergankelijkheid en te delen in de vrijheid en de luister die Gods kinderen gegeven wordt (Rom. 8, 21).
De veertigdagentijd is een sacramenteel teken van deze bekering. Het nodigt Christenen uit om het paasmysterie in hun persoonlijke en sociale leven intens en concreet vorm te geven, vooral door vasten, gebed en het geven van aalmoezen.
Vasten betekent: leren ons gedrag tegenover anderen en de hele schepping te veranderen, ons af te keren van de verleiding om onze hebzucht te bevredigen. Het betekent bereid zijn om te lijden voor de liefde, die in staat is om de leegte van onze harten te vullen.
Bidden leert ons af te zien van afgoderij en van onze zelfgenoegzaamheid, en te erkennen dat we de Heer en zijn barmhartigheid nodig hebben.
We geven aalmoezen om onszelf te bevrijden van de waanzin om alles voor onszelf op te potten in de illusie dat we een toekomst kunnen veiligstellen die ons niet toebehoort. Wij gaan de vreugde van Gods plan voor de schepping en voor elk van ons opnieuw ontdekken. En dat betekent: houden van Hem, van onze broers en zussen en van de hele wereld, en in die liefde het ware geluk vinden.

Beste broeders en zusters, de veertig woestijndagen van Jezus hadden als doel om de woestijn opnieuw te maken tot de tuin van gemeenschap met God, die zij was vóór de zonde.
Moge onze  Veertigdagentijd  dit jaar eenzelfde tocht worden. Zo kan Christus’ hoop via ons de schepping bereiken zodat ook die bevrijd zal worden uit de slavernij van vergankelijkheid en delen in de vrijheid van Gods kinderen. (Rom. 8, 21). Laat deze gunstige tijd niet vruchteloos voorbijgaan! Wij vragen God om echte bekering. Geen zelfzucht meer en óp naar het Pascha van Jezus! Laten we kiezen voor onze broeders en zusters in nood en onze spirituele en materiële goederen met hen delen. Zo is Christus’ overwinning in ons leven welkom! Zo zullen wij op onze beurt zijn kracht uitstralen over de hele schepping.

Vaticaan, 4 oktober 2018, Feest van Sint-Franciscus van Assisi.  

terug